12 stappen handleiding voor EPDM–dakgootrenovatie

Zorg eerst voor een veilige werkplek: een brede, stabiele steiger langs de hele goot. Zelf werk ik altijd met twee torens en een loopbrug ertussen, precies op heuphoogte van de goot. Dan kun je rechtop staan en met lange EPDM-banen werken. Laat die ladder staan — veel te instabiel. Check ook het weer: het moet de hele dag droog zijn. Natte pannen blijven lang nadruppelen en dat verstoort je werk.

Schuif voorzichtig de onderste rij pannen omhoog. Let goed op bij de hoek pannen, die breken sneller. Verwijder bladeren, takjes, vuurwerkresten en zand met een emmer en stoffer. Spoel niks door de afvoer, want verstoppingen krijg je er dan gratis bij. Als alles eruit is, droog je de goot met doeken. Bij koud of vochtig weer pak ik altijd een bladblazer: die leg je in de goot en schuif je mee voor een snel droog resultaat.

Voor een sterke hechting moet je echt goed borstelen. Met een staalborstel of een komborstel op de slijptol haal je het zink tot op de originele laag op. Altijd werken met veiligheidsbril, gehoorbescherming en stofmasker. Op moeilijk bereikbare plekken gebruik je een handborstel. Doel: het zink moet haast weer glimmen. Dan hecht de EPDM rechtstreeks op metaal, niet op vuil.

Na het borstelen blaas je het stof weg of veegt het goed op. Daarna reinig je de hele goot met G500 dak- en gootreiniger. Gebruik een schone doek, goed doordrenkt, en werk systematisch zonder plassen achter te laten. Draag nitrilhandschoenen en een masker — de dampen zijn pittig. Alleen een vetvrije ondergrond garandeert dat primer of butyl goed hecht.

Gebruik je Resistit ESK of Resitrix? Dan breng je nu de FG35 primer aan met een roller of kwast — over de bodem en kimplaat, maar niet op de kraalrand. Breng een dunne, egale laag aan. De primer droogt op als een soort fijne suikerspindraad. Na ca. 30 minuten is hij droog en kun je door.

Snijd de EPDM-rol in de lengte precies ná de eerste kim en vóór de tweede. Zo kun je straks de folie in stroken weghalen. Easy Stick heeft deze lijnen al voorgedrukt. Gebruik een scherp mes of een easy cutter — let op dat je niet te diep snijdt.

Leg de EPDM-strook over de hele lengte in de goot. Snijd hem recht af bij de kopse kanten. Die vouw je straks om, dus laat daar de folie nog zitten. Zorg dat de strook mooi tegen de kraal aanligt, zodat hij van onderaf niet zichtbaar is, maar wel alles bedekt.

Start op het vlakke deel van de goot, net onder de kraal. Trek ongeveer een meter van de folie los en druk de strook strak in de hoek. Met een messing kimroller druk je direct de eerste ribbel aan. De rest blijft nog beschermd door de folie.

Werk nu meter voor meter. Verwijder telkens een strook folie en rol de EPDM aan met een siliconen roller, van het midden naar buiten. Zo voorkom je luchtbellen. Neem je tijd, blijf rustig werken en hou je aandrukbeweging strak. Dat zorgt voor een duurzame hechting.

Voor buitenhoeken gebruik je prefab EPDM-hoeken (Easy Stick) of snijd je eigen tong- of nierstroken (Resistit). Werk zorgvuldig en vouw ze strak in. Binnenhoeken vouw je uit één stuk — dit vergt wat meer techniek, dus plan hier extra tijd voor in.

Werk je met Resistit, dan las je de overlappen met hete lucht voor een 100% waterdichte naad. Bij Easy Stick gebruik je KS96 EPDM kit om de overlapping af te sealen. Vergeet ook de aansluiting rond de afvoer niet: werk deze netjes af met kit of prefab manchetten, afhankelijk van het systeem.

Plaats eventueel bladvangers en vogelschroten. Leg de onderste rij pannen terug en controleer of alles netjes ligt. Breek daarna de steiger af en ruim de werkplek op. Je dakgoot is nu perfect gerenoveerd — en kan er weer zeker 40 jaar tegenaan.